18 juni 2024

"ZZP’er of werknemer?", that’s the question

Werkgeversvereniging WWb
thema-arbeidsrecht

Een overeenkomst van opdracht of een arbeidsovereenkomst? Het antwoord vindt de kantonrechter aan de hand van de Deliveroo-criteria.

Een overeenkomst van opdracht, is het oordeel van de kantonrechter (Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 april 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3259), hierbij rekening houdend met alle feiten en omstandigheden. Hoewel in deze casus het werk als ingebed kan worden beschouwd, leiden andere factoren ertoe dat sprake is van een overeenkomst van opdracht. Die andere factoren zijn de wijze waarop de werkzaamheden en werktijden worden bepaald, de wijze van factureren, het commercieel risico en ondernemerschap.

De feiten
Een beveiliger (verder te noemen de zzp’er) sluit met een bedrijf een overeenkomst 'Zzp servicemedewerker contract'. In deze overeenkomst wordt hem de opdracht verleend servicewerkzaamheden en toezichthoudende taken op verschillende locaties uit te voeren tegen een honorarium van 24,50 euro per uur all-in. De zzp’er factureert deze diensten vanuit zijn eenmanszaak.

Met een ander bedrijf sluit de zzp’er een overeenkomst 'Overeenkomst van opdracht', waarin hij zich verplicht beveiligingswerkzaamheden te verrichten tegen variërende tarieven (exclusief btw). Dit bedrijf beëindigt de overeenkomst met de zzp’er, omdat de beveiliger tijdens zijn dienst het te beveiligen object heeft verlaten om boodschappen te doen bij een supermarkt. De zzp’er gaat naar de kantonrechter, omdat hij van mening is dat beide overeenkomsten feitelijk arbeidsovereenkomsten waren.

Werknemer of zzp’er?
Om te beoordelen of de overeenkomsten te kwalificeren zijn als een arbeidsovereenkomst, toetst de kantonrechter de feiten en omstandigheden aan de criteria van het Deliveroo-arrest (ECLI:NL:HR:2023:443).

  1. De aard en duur van de werkzaamheden
    Partijen hadden voor ogen dat de zzp’er voor langere tijd werkzaamheden voor de opdrachtgever zou gaan verrichten.

  2. De wijze waarop werkzaamheden en werktijden worden bepaald
    De zzp’er kon zijn beschikbaarheid door geven aan de hand waarvan hem diensten werden aangeboden. Aan deze diensten was hij pas gebonden als de ondernemingen deze aangeboden diensten bevestigden. Na de bevestiging van een dienst kon de zzp’er tot uiterlijk 72 uur voor aanvang van de dienst deze nog annuleren. Door bepaalde diensten te weigeren of juist aan te nemen, kon hij sturen op waar hij wel of niet zou werken.

  3. Inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie/bedrijfsvoering
    De zzp’er droeg de bedrijfskleding en werd gelijk behandeld als de collega’s in loondienst. Hij deed inhoudelijk ook hetzelfde werk. In die zin kan het werk als ingebed worden beschouwd. Maar niet is gebleken dat hij was gebonden aan (verlof)regelingen van de bedrijven, bedrijfsgoederen had (met uitzondering van de kleding) of verbonden was aan een kantoorlocatie van de bedrijven.

    De kantonrechter constateert dat niet kan worden vastgesteld dat de zzp’er was ingebed in de organisatie. Dat de zzp’er het werk diende uit te voeren conform instructies en opdrachten van de bedrijven, er controles werden uitgevoerd door de bedrijven en hij op andere dagen werd ingepland dan de medewerkers van andere beveiligingsbedrijven leiden niet tot een ander oordeel. Niet is uitgesloten dat een opdrachtgever een opdrachtnemer voor het werk basisregels voorschrijft en daarop controleert. Dat hij andere diensten draaide dan de medewerkers van andere bedrijven ligt in het verlengde van het kiezen van diensten en de soort opdrachten die de bedrijven aannamen.

  4. De verplichting het werk persoonlijk uit te voeren?
    De bedrijven hebben ter zitting naar voren gebracht dat de zzp’er zich mocht laten vervangen onder de voorwaarde dat de vervanger voldoende gekwalificeerd is.

  5. De totstandkoming van de overeenkomst
    De kantonrechter kan niet vaststellen welke reden ten grondslag ligt aan de totstandkoming van de huidige overeenkomsten tussen partijen. De zzp’er stelt dat hij geen keuze had en de bedrijven geven aan dat hij er bewust voor gekozen heeft om als zzp’er aan de slag te gaan.

  6. De beloning en wijze van uitkering
    Uit de facturen volgt dat de zzp’er zijn werkzaamheden altijd via zijn eenmanszaak heeft gefactureerd. Het afgesproken loon (honorarium) is veel hoger dan het uurloon dat een werknemer van de bedrijven zou ontvangen in loondienst. Dat de zzp’er geen invloed had op de hoogte van het honorarium is niet onderbouwd, nu niet is gesteld of gebleken dat partijen hierover hadden willen onderhandelen.

  7. Commercieel risico
    De kantonrechter oordeelt dat er sprake was van een commercieel risico voor de zzp’er. Uit de overeenkomsten volgt dat hij aansprakelijk was voor de schade die tijdens zijn werkzaamheden door een derde wordt geleden en hij hier een verzekering voor moest afsluiten.

  8. Ondernemerschap
    Met betrekking tot het ondernemerschap geldt dat hij niet wordt beperkt in de hoeveelheid opdrachtgevers hij aanneemt. Uit de facturen dat hij gebruik heeft gemaakt van de kleine ondernemersregeling en dat hij btw is gaan rekenen.

Conclusie
Op basis van het bovenstaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat er sprake is van een overeenkomst van opdracht. De overeenkomsten zijn niet te kwalificeren als een arbeidsovereenkomst.

In het Deliveroo-arrest heeft de Hoge Raad een voor de praktijk bruikbaar overzicht gegeven van de omstandigheden die van belang kunnen zijn bij de beantwoording van de vraag of er sprake is van een overeenkomst van opdracht of een arbeidsovereenkomst. Deze omstandigheden moeten in onderling verband en samenhang worden bekeken. Dit zie je terug in de motivering van het oordeel van de kantonrechter. Van doorslaggevend belang in deze zaak waren de wijze waarop de diensten werden aangenomen, het factureren waarbij een hogere vergoeding werd betaald dan wanneer sprake zou zijn van loondienst, zich als een ondernemer (kunnen) gedragen en commercieel risico lopen.

Zoals bekend heeft het wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden vertraging opgelopen. Maar de belastingdienst heft het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 wel op. Vanaf dat moment behoort het opleggen van naheffingsaanslagen bij de opdrachtgever weer tot de mogelijkheden. Het is raadzaam om goed naar de inzet van zzp’ers in je organisatie te kijken om onaangename verrassingen straks te voorkomen!