Vanaf 1 juli wordt alleen op basis van wat mensen feitelijk verdienen een beoordeling gemaakt van de mate van hun arbeidsongeschiktheid.
Ons huidige arbeidsongeschiktheidsstelsel (WIA) staat onder druk. Door een tekort aan verzekeringsartsen bij het UWV zijn de wachttijden voor sociaal-medische beoordelingen toegenomen.
Om op kortere termijn de wachttijden terug te dringen heeft de overheid een aantal tijdelijke maatregelen genomen, waaronder de vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling voor 60-plussers. Op 14 juni is een aanvullende tijdelijke maatregel bekendgemaakt.
Aanvullende tijdelijke maatregel 'Praktisch beoordelen'
Zoals vorig jaar aangekondigd zal vanaf 1 juli 2024 een tijdelijke maatregel 'Praktisch beoordelen' ingaan. Dit betreft een tijdelijke maatregel voor de komende drie jaren.
Wanneer werknemers langdurig arbeidsongeschikt raken, dan kunnen zij aanspraak maken op een WIA-uitkering. De mate van arbeidsongeschiktheid bepaalt of iemand recht heeft op een uitkering; en zo ja, hoe hoog deze moet zijn. Volgens de huidige regels wordt bij werknemers die nog inkomsten uit arbeid hebben zowel een praktische als een theoretische beoordeling - een schatting van wat de werknemer in theorie nog kan verdienen - uitgevoerd.
Met de maatregel 'Praktisch beoordelen' wordt de theoretische schatting, wanneer een praktische beoordeling mogelijk is, achterwege gelaten. Om deze tijdelijke maatregel uit te kunnen voeren is een wijziging in het 'Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten' doorgevoerd.