Gevolg? Er ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd omdat het nu vier opvolgende arbeidsovereenkomsten zijn.
Tot dit oordeel kwam de kantonrechter in de zaak waarin een stageovereenkomst tussen partijen is afgesproken en aansluitend een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die twee keer is verlengd (ECLI:NL:RBMNE:2024:4844). In geval van een stageovereenkomst moet het verrichten van de werkzaamheden van de stagiair in overwegende mate in het belang zijn van de door de stagiair gevolgde opleiding. Dat was in deze casus niet het geval, aldus de kantonrechter.
Geen stageovereenkomst
De kantonrechter toetst de stageovereenkomst als volgt. De stagiair volgt een opleiding in het organiseren en uitvoeren van evenementen. De werkgever organiseert geen evenementen, maar produceert deze.
- De werkgever verkeerde in de veronderstelling dat de stagiair bij hem stage wilde lopen omdat hij productiemanager wilde worden. De praktijkbegeleider was ook producent. Kortom, de stageplek was niet geschikt voor de opleiding van de stagiair.
- Tijdens de stage heeft de stagiair vaardigheden geleerd, maar volgens de kantonrechter is onvoldoende gebleken dat het leren van deze vaardigheden in overwegende mate in het belang was van de opleiding die de stagiair volgde.
- Vanaf het begin heeft de stagiair veel werk verricht dat hoort bij een beginnend productiemanager. De tijd en aandacht die besteed is aan het bereiken van de studieafspraken heeft daarbij bij geen van de partijen op de eerste plaats gestaan.
- Er is geen plan opgesteld om de vereiste studieresultaten te bereiken, afspraken met de docent werden om uiteenlopende redenen gemist en de kantonrechter constateert dat de werkgever geen idee had wat de opleidingsvereisten van de stagiair waren. Pas veel later werd het de werkgever duidelijk dat de stagiair een eindopdracht moest doen.
Op basis hiervan oordeelt de kantonrechter dat de stageovereenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst.
Gevolgen van geen stageovereenkomst maar een arbeidsovereenkomst
Omdat de stageovereenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst, is de laatste overeenkomst die partijen zijn aangegaan de vierde opvolgende arbeidsovereenkomst. De laatste arbeidsovereenkomst geldt als aangegaan voor onbepaalde tijd. De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig opgezegd. De werknemer berust echter in het ontslag en maakt aanspraak op een transitievergoeding en een billijke vergoeding. De kantonrechter kent beide vergoedingen toe. In de motivering van de billijke vergoeding geeft de kantonrechter onder meer aan de wijze waarop de werkgever afscheid wilde nemen van de werknemer en de druk die daarbij op hem is uitgeoefend laakbaar. Bovendien ontvangt de werknemer over de periode van de stageovereenkomst het minimumloon in plaats van € 300,- per maand.
Conclusie
De kantonrechter is er in deze casus duidelijk over, de door de stagiair verrichte werkzaamheden passen niet bij de opleiding van de stagiair. Dat is van meet af aan al duidelijk. Bij een stage staat het leren (onder begeleiding) in het kader van een opleiding centraal. Dit moet ook duidelijk blijken uit de activiteiten, het moet gaan om het leren. Het kan natuurlijk ook gebeuren dat partijen een stageovereenkomst sluiten, maar dat in de loop van deze periode de door de stagiair verrichte werkzaamheden veranderen. Dan loop je als werkgever het risico dat de stageovereenkomst achteraf toch worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. Met alle gevolgen van dien. Er is ook nog een andere vorm mogelijk, namelijk er is sprake van leren, maar niet het leren maar de productieve arbeid staat hierbij centraal. Daar hoort dan een leerarbeidsovereenkomst bij. De leer-werkstudent is werknemer, geen stagiair.