20 maart 2024

Rapportage Voortgang MDIEU-regeling: het bereik en de eerste effecten

Rolf Blankemeijer
thema-pensioen

Deze rapportage is het verslag van een onderzoek naar de ervaringen en effecten van de MDIEU-regeling.

Het rapport is op 7 maart 2024 gepubliceerd in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De ervaringen met de subsidieregelingen zijn overwegend positief. Of de regelingen ook daadwerkelijk bijdragen aan het gestelde doel is echter nog niet duidelijk.

Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd door Onderzoeksbureau SEOR in opdracht van het ministerie van SZW. SEOR heeft op basis van onder andere enquêtes onder werknemers die deelnemers aan de MDIEU-regelingen, projectleider en werkgevers en door analyse van data van het CBS het gebruik en bereik van de regeling onderzocht en beoordeeld.

Doel en achtergrond van de regeling
De MDIEU-regeling is een van de maatregelen die uit het Pensioenakkoord uit 2019 is voortgekomen. Het doel van de regeling is dat zoveel mogelijk mensen gemotiveerd, gezond en productief hun pensioengerechtigde leeftijd kunnen bereiken. De regeling kent daartoe twee onderdelen: de bevorderring van de duurzame inzetbaarheid van werknemers en voor de mensen die niet gezond hun pensioengerechtigde leeftijd kunnen halen, eerder uittreden.

Activiteiten duurzame inzetbaarheid
Ongeveer de helft van de werknemers in Nederland valt onder een sector met een toegekend MDIEU-project dat gericht is op de vergroting van de duurzame inzetbaarheid (DI) van werknemers. Met name in de landbouw, industrie en zorg valt een groot deel van de werkenden onder één van deze projecten. Het bereik van de regeling is echter (nog steeds) laag in de sectoren horeca, financiële instellingen, ICT, onderwijs, handel en cultuur en overige dienstverlening.

Uit het onderzoek blijkt dat zowel werkgevers als werknemers positief zijn over de DI-initiatieven die zijn geïnitieerd met gebruikmaking van de MDIEU-subsidie. Werknemers geven aan dat deze initiatieven hun helpen om gezonder en veiliger te werken. Ook werkgevers vinden dat de verschillende projecten ertoe hebben geleid dat deze bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Werknemers geven echter ook aan dat zij niet verwachten dat de extra DI-initiatieven hun helpt om hun werk tot een latere leeftijd vol te houden.

De RVU-regeling
De RVU-regeling is een fiscale faciliteit die geldt voor de periode van 1 januari 2021 en 31 december 2025. De regeling houdt in dat werkgevers aan werknemers die drie jaar voor hun AOW-gerechtigde leeftijd zitten, in de periode tot de AOW-gerechtigde leeftijd een extra uitkering van maximaal € 2.182 bruto per maand (bedrag 2024) kunnen geven waardoor vervroegde pensionering beter mogelijk is. Over die extra uitkering hoeft de werkgever niet de extra belastingheffing te betalen (RVU-boete). Het tweede deel van de MDIEU-regeling maakt het mogelijk om 25% van de uitkering van de werkgever aan de werknemer te subsidiëren.

Motieven van deelnemers voor deelname aan de RVU
Inmiddels hebben ongeveer 25.000 werknemers gebruikgemaakt van de RVU-regeling om eerder te stoppen met werken. De insteek van de RVU-regeling was dat deze bestemd was voor werknemers die bijvoorbeeld als gevolg van zwaar werk niet gezond hun pensioengerechtigde leeftijd zouden kunnen bereken. Zij zouden gebaat zijn om het arbeidsproces eerder te verlaten. Uit het onderzoek blijkt echter dat gezondheid niet de meest genoemde reden is waarom men kiest voor de RVU. De meest genoemde reden is dat men wil genieten van het leven nu men nog (redelijk) gezond is (60%). Tevens vindt men dat men lang genoeg heeft gewerkt (55%). Zwaarte van het werk speelt bij ongeveer de helft mee (51%). Degenen die minder makkelijk rond kunnen komen na de RVU hebben meer getwijfeld over deelname en hebben vaker gezondheid als motief als ze toch hiervoor kiezen.

Profiel deelnemers aan een RVU-regeling
Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de deelnemers aan de RVU-regeling werkzaam waren in fysiek of emotioneel zwaar werk. Deelnemers zijn relatief sterk vertegenwoordigd bij degenen met een modaal uurloon en een redelijk gunstige vermogenspositie. Deze deelnemers lijken voor wat betreft hun gezondheid niet veel af te wijken van andere personen in dezelfde leeftijd en sectoren. Deelnemers aan de regeling hebben gemiddeld genomen dus niet een slechtere gezondheid dan hun collega’s die niet deelnemen aan de regelingen.

Het bereik van kwetsbare groepen bij de DI-activiteiten is relatief laag

Bij de deelname aan projecten om de duurzame inzetbaarheid te vergroten lijkt het erop dat de dat de groep die het meest kwetsbaar is, de mensen met een zwaar beroep, ondervertegenwoordigd is. In vergelijking met de personeelssamenstelling van de betreffende sectoren, zijn hoger opgeleiden relatief sterk vertegenwoordigd en zzp’ers ondervertegenwoordigd. Ook hebben deelnemers minder te maken met fysiek zwaar werk. Wel nemen meer ouderen deel aan de DI-activiteiten. In vergelijking met RVU-deelnemers is het inkomensniveau aanzienlijk hoger, en heeft men veel minder te maken met zwaar werk.

Conclusie
De MDIEU-regeling wordt door werkgevers en werknemers over het algemeen positief beoordeeld. Het is echter de vraag in hoeverre de initiatieven en het geld terechtkomen bij de mensen die het meeste baat zouden moeten hebben bij deze initiatieven. Dit zijn de werknemers met zwaar werk die moeite hebben om gezond werkend hun pensioenleeftijd te halen. Zij moeten immers geholpen worden om werkend de pensioengerechtigde leeftijd te halen. In het geval dat dit niet mogelijk is, kan de RVU-regeling hen helpen om eerder het arbeidsproces te verlaten. In die zin zijn de MDIEU-regelingen veel minder effectief.

Bron: Tweede tussenrapport monitoring en evaluatie MDIEU-regeling (pdf)