Dan hebben partijen tal van procesmogelijkheden binnen het medezeggenschapsrecht om het geschil op te lossen. Lees welke mogelijkheden er zijn.
1. Ondernemingskamer (art. 26 Wet op de Ondernemingsraden, verder te noemen de WOR)
De ondernemingsraad (verder te noemen de OR) kan een beroepsprocedure starten bij de Ondernemingskamer als:
- er is geen advies is gevraagd aan de OR
- de ondernemer het gevraagde advies van de OR niet heeft afgewacht
- de OR het gevraagde advies niet kan uitbrengen omdat er te weinig tijd is en/of hij te weinig informatie heeft gekregen
- advies gevraagd is aan de OR, maar het besluit van de ondernemer daarmee niet in overeenstemming is
- nadat de OR advies heeft uitgebracht feiten of omstandigheden bekend worden die het advies anders hadden gemaakt, deze feiten of omstandigheden bestonden al ten tijde van het nemen van het besluit.
De Ondernemingskamer toetst of de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit had kunnen komen. Hierbij wordt gekeken naar:
- de wijze waarop het besluit tot stand is gekomen (formele gronden), deze gronden worden volledig getoetst.
- de inhoud van het besluit (materiele gronden), deze gronden worden terughoudend getoetst. Een marginale toets omdat sprake is van ondernemingsvrijheid.
2. Kantonrechter (art. 36 WOR)
Zowel de ondernemer, de OR als belanghebbenden kunnen geschillen voorleggen aan de kantonrechter. De belanghebbenden hebben andere procesbevoegdheden dan de OR en de ondernemer.
Belanghebbenden
Iedere belanghebbende kan de kantonrechter vragen te bepalen dat de ondernemer of de OR gevolg dient te geven aan een aantal bepalen in de WOR. Hierbij gaat het om het instellen of in standhouden van een OR, het vaststellen van een voorlopig of definitief reglement van de OR, de kandidaatstelling voor en de verkiezing van de leden van de OR, het bekend maken van de agenda’s en de verslagen van de vergaderingen van de OR en de overlegvergaderingen.
OR en ondernemer
De ondernemer en OR kunnen naleving vorderen van al hetgeen bij of op grond van de WOR is bepaald. Hierbij gaat het over geschillen rondom het (al dan niet bestaan van het) instemmingsrecht, adviesrecht of de ondernemingsovereenkomst, uitsluiting lid van de OR, vergoeding kosten rechtsbijstand, verplichting van de OR om met de ondernemer in vergadering bijeen te komen.
Als een OR niet om advies is gevraagd, kan hij ervoor kiezen een procedure via de Ondernemingskamer of de kantonrechter te starten. Samenloop van deze procedures is niet mogelijk.
Alternatieve routes om een geschil op te lossen
Binnen het medezeggenschapsrecht kiezen partijen regelmatig voor een andere route om tot een oplossing te komen dan het voorleggen van het geschil aan de rechter. Want de alternatieve manieren van geschiloplossingen gaan sneller en de uitspraken van een rechter zijn openbaar, terwijl bij de alternatieve manieren daarover afspraken kunnen worden gemaakt. De onderstaande alternatieve manieren van geschiloplossingen zijn mogelijk binnen het medezeggenschapsrecht.
3. Bedrijfscommissie
Sinds 2013 is het wettelijk niet meer verplicht een geschil eerst aan een bedrijfscommissie voor te leggen voordat het aan de rechter kan worden voorgelegd. Het is nog steeds mogelijk om bemiddeling en advies te vragen aan de bedrijfscommissie. Iedereen die bij een conflict over medezeggenschap betrokken is, kan een gemotiveerd verzoek indienen om bemiddeling en/of advies. Naast de OR of de ondernemer kan dus ook een individuele werknemer of een vakbond zo’n verzoek indienen.
4. Art. 96 Rv procedure
Ondernemer en OR kunnen er ook voor kiezen een geschil gezamenlijk voor te leggen aan de kantonrechter op grond van artikel 96 Rechtsvordering (Rv). In een artikel 96 Rv procedure stellen partijen een gezamenlijk verzoek op, wat bij de kantonrechter wordt ingediend. Hierin worden de standpunten van beide partijen uiteengezet en wordt de kantonrechter verzocht om uitspraak te doen. Hierdoor kan sneller, veelal goedkoper en op meer informele wijze worden geprocedeerd. Medezeggenschapsrechtelijke kwesties lenen zich goed voor deze procedure. Er wordt een rechterlijke beslissing genomen zonder een conflict op de spits te drijven.
5. Mediation
Ondernemer en OR kunnen ook een mediator inschakelen om tot een oplossing van het geschil te komen. De mediator helpt bij het oplossen van het geschil, hierbij fungeert de mediator als gespreksleider en helpt partijen om tot een gezamenlijke oplossing te komen. Dit kan met name goed werken als de relatie tussen de OR en de ondernemer een rol speelt.
6. Arbitrage
Hierbij doen een of meer door partijen benoemde arbiters een uitspraak over het conflict (arbitragecommissie). De arbitragecommissie bestaat uit een oneven aantal mensen. De uitspraak van deze commissie is bindend. Als een van partijen de uitspraak niet nakomt, kan door een procedure bij de rechtbank het arbitrale vonnis ter executie worden voorgelegd. Arbitrage is wettelijk geregeld (Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering)
7. Bindend advies
Bij een bindend advies spreken partijen af dat in geval van een conflict een derde de knoop doorhakt. Het bindend advies is niet in de wet geregeld. Het staat de partijen daardoor vrij om de procedure geheel zelf in te richten. De nakoming van een bindend advies kan niet door de snelle procedure bij de rechtbank ter executie worden voorgelegd zoals dat wel bij het arbitrale vonnis kan worden gedaan.