De werkgever die een loonstop toepast bij het niet meewerken aan het tweede spoor heeft dat terecht gedaan volgens de kantonrechter Zwolle.
Als een medewerker al zijn pijlen zet op re-integratie in zijn eigen functie, het eerste spoor, geldt er nog steeds een verplichting van meewerken aan het tweede spoor.
De situatie
De medewerker in kwestie, werkzaam als monteur, wordt ziek in december 2019. Tot maart 2021 is re-integratie niet mogelijk. Op advies van de arbeidsdeskundige moet de medewerker bij werkhervatting naast re-integreren bij de werkgever op spoor een ook re-integreren in het tweede spoor (werkhervatting in een functie bij een andere werkgever). Hij is voor het tweede spoor in april 2021 aangemeld en krijgt daarvoor ondersteuning van een mobiliteitsconsultant.
In de periode die volgde heeft de medewerker niet voldaan aan de opdrachten die werden gegeven, zoals het maken van een cv en sollicitatieactiviteiten, onderzoek naar opleiding etc. De werkgever heeft de medewerker meerdere malen in gesprek en op schrift aangedrongen op het verrichten van de activiteiten onder waarschuwing van een loonstop. Zelfs op het laatste moment voor de WIA-aanvraag kreeg de medewerker de gelegenheid om zijn opdrachten alsnog in te leveren.
In november 2021 heeft het UWV een arbeidsdeskundig rapport afgegeven in verband met de WIA aanvraag. Het UWV concludeert dat de werkgever genoeg heeft gedaan om de medewerker te re-integreren. Er is geen sprake van een bevredigend resultaat, volgens het UWV heeft werkgever terecht een loonstop ingesteld.
Een eerder ingestelde loonvordering van de medewerker is door de kantonrechter niet ontvankelijk verklaard, omdat de medewerker geen deskundigenoordeel heeft overleg. Daarop heeft de medewerker er alsnog een aangevraagd. Het UWV geeft geen deskundigenoordeel, omdat de re-integratie inspanningen van medewerker al voldoende zijn beoordeeld in het eerder afgegeven arbeidsdeskundig rapport.
Ontvankelijkheid
De kantonrechter oordeelt dat de medewerker ontvankelijk is in zijn vorderingen. Hoewel de kantonrechter bij de eerdere loonvordering heeft geoordeeld dat het arbeidsdeskundig rapport niet telt als een deskundigenoordeel, betrekt de kantonrechter dit wel in de beoordeling nu het UWV naar dit rapport verwijst. De medewerker heeft een deskundigenoordeel aangevraagd. Dat het UWV een afwijzende beschikking heeft gegeven is niet voldoende om de medewerker niet ontvankelijk te verklaren.
Re-integratieverplichtingen
Op grond van 7:629 lid 3 vervalt het recht op loondoorbetaling bij ziekte als de werknemer zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan de door de werkgever of een aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of maatregelen die er op gericht zijn om de werknemer in staat te stellen passende arbeid te verrichten. De werkgever heeft onderbouwd dat medewerker ondanks (schriftelijke) waarschuwingen niet heeft meegewerkt aan spoor twee.
De medewerker vindt aan dat hij wel voldoende heeft gedaan. Zijn inspanningen waren gericht op spoor één en die inspanningen waren voldoende. Werkgever en UWV zijn volgens hem voorbijgegaan aan de inspanningen die de medewerker wel heeft gedaan in spoor twee. Als de opdrachten niet voldoende zijn uitgevoerd komt dat omdat hij onvoldoende tijd en onvoldoende begeleiding heeft gekregen.
Het oordeel
Duidelijk is dat medewerker graag wilde terugkeren in spoor één als monteur. Het had hem volgens de kantonrechter echter duidelijk moeten zijn dat dat niet in de rede lag omdat er geen passende mogelijkheden waren, waardoor het tweede spoor werd ingezet. De werkgever heeft de medewerker daar meerder malen op gewezen.
Tussen partijen staat vast dat de inspanningen op spoor één voldoende waren. Dat de medewerker zich daar vol voor heeft ingezet omdat hij daar graag wilde terugkeren is voor de beoordeling van de loonstop niet relevant. Het feit dat hij wel aan zijn verplichtingen in het eerste spoor heeft voldaan maakt niet dat hij zijn verplichtingen uit het tweede spoor is nagekomen. Medewerker had ook de verplichting inspanningen te verrichten in het tweede spoor.
De medewerker heeft onvoldoende aangetoond dat hij wel aan die verplichtingen heeft voldaan. Ook het betoog dat er te weinig tijd of onvoldoende begeleiding is geweest wordt door de kantonrechter verworpen. De werkgever heeft meerdere malen de medewerker de kans gegeven de opdrachten alsnog aan te leveren. Als er problemen waren had het op de weg van de medewerker gelegen hierover het gesprek aan te gaan. Dat heeft hij niet gedaan.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat de werkgever terecht een loonstop heeft toegepast.
Conclusie
Re-integreren in spoor één ontslaat je niet van re-integreren in spoor twee. Niet alleen is de werkgever verplicht op basis van de Wet Verbetering Poortwachter het tweede spoor traject te starten als terugkeer bij je werkgever (spoor een) niet mogelijk, ook als medewerker ben je verplicht daar aan mee te werken. Hoe graag je dat ook liever anders had gezien.